In de schematherapie (ST) wordt met schema’s gewerkt. Hiermee worden gevoelens en overtuigingen aangeduid. Deze schema’s van voelen en vinden ontwikkelen zich al in de kindertijd. Ze breiden zich tijdens een mensenleven steeds verder uit maar veranderen niet meer gemakkelijk. Een schema bepaalt hoe u over uzelf denkt en hoe u de wereld om u heen beleeft.
Sommige ervaringen op jonge leeftijd kunnen leiden tot minder functionele schema’s. Dan kunnen psychische problemen ontstaan. Met behulp van ST worden nieuwe schema’s ontwikkeld zodat u tot een evenwichtiger zelfbeeld komt en de omgeving op een nieuwe manier kunt bekijken.
Schematherapie is nuttig bij persoonlijkheidsproblemen of psychische problemen die voortvloeien uit overtuigingen of een ‘vertekend’ zelfbeeld en kan in verschillende vormen worden aangeboden: individueel, in een groep of een combinatie van beide. Verder lezen kan hier.
Ieder jaar wordt een schematherapiegroep voor cluster B en C persoonlijkheidsproblematiek en/of chronische angst- en stemmingsklachten met onderliggende B en C kenmerken gestart. Het betreft een gesloten groep met maximaal 8 deelnemers met wekelijkse sessies (maandagochtend) van 1,5 uur gedurende een jaar, aangevuld met individuele psychotherapie, eenmaal per 2 weken. In de groep kijken we naar onderliggende patronen die klachten in stand houden, de ontstaansgeschiedenis van die patronen, onderzoeken wat u eigenlijk nodig had en hebt (emotionele basisbehoeften) en oefent u met hier op een gezonde manier voor zorgen. De behandeling is opgedeeld in 4 behandelfases. In de eerste fase (‘veiligheid voor alles’) werken we aan veiligheid en verbinding in de groep en onderzoeken we de oorsprong van de problematische patronen. In de tweede fase (‘laat je zien’) richt u zich op het stoppen van oude disfunctionele patronen en onderzoekt u wat u eigenlijk voelt en nodig hebt en maakt u een begin met hiervoor te zorgen, uiteraard met hulp van de groep en therapeuten. In de derde behandelfase (‘doe het zelf’) gaat u alles wat u tot dan toe geleerd heeft over uzelf inzetten om dit meer zelf te proberen. U leert luisteren naar uzelf en leert dit te vertalen naar het dagelijks leven. U gaat actief oefenen met het aanpakken van voor u moeilijke situaties. Ook dan is er hulp vanuit de groep, maar deze houdt rekening met de behoefte (en noodzaak) om zelf dingen uit te proberen. In de vierde fase (‘leef je leven’) gaat u alles wat u geleerd heeft gebruiken om uw koers vast te houden (of te kiezen) in het dagelijks leven en gaat u veranderingen aan die hierbij horen. Om te zorgen dat deze veranderingen ook echt van binnenuit ingezet worden werken we in deze therapie veel ‘ervaringsgericht’; dit betekent dat we naast praten ook veel oefeningen doen waardoor u kunt voelen waar de emotionele pijn zit en wat u echt nodig heeft. Cliënten ervaren dit als pittig, maar ook als ‘waar het in de kern om draait’. Deze groepstherapie is gebaseerd op de methodiek van Farrell & Shaw (2014) aangevuld met het fasedenken van Reubsaet (2018).